Zijn werken gaan over de hele wereld en hij is gevraagd voor exposities in Parijs en Amsterdam. Tot nog toe heeft Ger Peters (36) er echter nog geen stuiver aan verdiend. Maar de car-toonist uit Heythuysen is nu klaar om met zijn karikaturen van auto's en motoren de boer op te gaan.
Skeletten, oogballen, griezelfiguren, mummies, freaks, rituelen, doodshoofden, militair spul uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Het hoofd van Ger Peters zit er vol mee. Waar anderen terugdeinzen, zuigt de Limburger het bizarre, het occulte op en verwerkt het in zijn tekeningen, schilderijen en airbrushes met als centrale thema's de auto en de motor. Meer in het bijzonder gepimpte versies van Hot Rods en Customcars.
Bijna verontschuldigend vertelt Peters wat hem naast zijn tekentalent inspireert en intrigeert. Zijn werk roept gemengde gevoelens op. Waardering voor het vakmanschap, huivering voor de kunstuitingen. "In Nederland wordt ook vaak neergekeken op mijn producties, omdat het geen traditionele kunst betreft", weet Peters. Misschien dat hij zich daarom voelt aangetrokken tot het in Amerika inmiddels beruchte gilde van zogenoemde Lowbrow-artiesten. Een geuzennaam voor een stroming zich wil onderscheiden van wat als highbrow geldt, ofwel kunst met de grote 'K'.
Lowbrow Art ligt aan de basis van de kunstuitingen in de wereld van het skaten, surfen, tattoo, comics en niet in de laatste plaats gepimpte auto's. De fascinatie voor auto's pakte Ger Peters al als tiener. "Ik kreeg magazines met customcars onder ogen en was verkocht." Die bonte kleuren en die prachtige ruige lijnen van dat hete Amerikaanse staal, het was onweerstaanbaar voor deze Hollandse jongen. "Ik zoog het op als een stofzuiger en verdiepte me in de creaties van het fenomeen Ed 'Big Daddy' Roth." Deze artiest, die zelf extravagante auto's ontwierp en met zijn snelle alter ego Rat Fink op T-shirts wereldfaam verwierf, heeft met zijn monsters op wielen de ontwikkeling van de jongen uit Heythuysen bepaald. Hij wil auto's tot leven brengen door bijzondere details uit te vergroten of menselijke en dierlijke trekjes te geven. Peters is ook geen cartoonist in de betekenis van tekenaar van maatschappijkritische spotprenten. "In Amerika is mijn stijl hot en tijdschriften in die branche overvleugelen de traditionele kunstbladen. Hollywood bijvoorbeeld kickt op deze vorm van exhibitionisme. Sterren als Nicolas Cage en Leonardo di Caprio zijn echte verzamelaars van Lowbrow Art. Het zou wat zijn als die jongens ooit een werk van mij aan de muur hangen." Na 35 jaar rusteloos zoeken naar zijn plekje in de maatschappij heeft Ger Peters vorig jaar eindelijk de knop omgedraaid.
Het past bij zijn flegmatieke karakter dat het ontslag als technisch tekenaar hem moest aanzetten tot de stap die zijn bewonderaars al jaren adviseerden: van zijn hobby zijn werk maken. "Ik heb mijn tekentalent altijd als een speeltje gezien. Mooi dat ik het kan, maar daar ga je toch zeker geen geld mee verdienen. Het is prachtig om zo bezig te kunnen zijn en als het mensen aanspreekt is dat meegenomen."
Bescheidenheid die hem er ook van weerhield in te gaan op uitnodigingen voor exposities in Parijs en Amsterdam. "Had natuurlijk ieder ander gedaan, maar ik was er niet klaar voor. Ik ben iemand die de zijpaden bewandelt. Niet echt ambitieus en daar voel ik me prettig bij. Ik krijg vanuit de hele wereld verzoeken om mijn illustraties te mogen gebruiken. Autoclubs, tijdschriften, fabrikanten van T-shirts, ach het is toch mooi als ik iemand een plezier kan doen. Die clubs hebben het ook niet breed en als ik dan een bewijsexemplaar of een bedrukt T-shirtje krijg, vind ik het allang best."
Bijzondere verhalen rond het thema auto werken als een magneet op het talent van Ger Peters. Zoals zijn meest recente productie en een van zijn favorieten: Bonnie and Clyde, het beruchte duo bankovervallers uit de crisisjaren dertig. "Zij maakten bij het vluchten gebruik van een snelle Ford V8. Brutaal als zij waren, stuurden zij een bedankbriefje naar Henry Ford voor het bouwen van een auto waarmee zij uit handen van de politie konden blijven. Kijk, met zo'n gegeven moet ik wat."
Hij blonk altijd al uit in de tekenles. De lagere en middelbare school doorliep hij fluitend en dat hij daarna niet voor een kunstzinnige opleiding koos, heeft volgens Ger alles te maken met zijn komaf. "Ik denk dat ik op de verkeerde plek ben geboren. Tekenen en schilderen is ook door mijn omgeving nooit gezien als een manier om de kost te verdienen. Dus deed ik heao commerciële economie. Een parkeerstudie voor mensen die niet weten wat zij willen."
Op de scholen, op de stageplekken, in militaire dienst, steeds werd Ger Peters gestimuleerd om zijn artistieke gaven in te zetten. In dienst maakte hij een immense muurschildering in de kantine en schilderde op verzoek van de soldaten persoonlijke mascottes op platen die aan de bullbars van de voertuigen werden bevestigd. Vervolgens rolde hij van baan naar baan.
Twaalf ambachten, dertien ongelukken, noemt hij het zelf. Illustrator van correspondentie-cursussen, ontwerper bij een zeefdrukkerij, managementcursus bij McDonalds, meubelstoffeerder en technisch illustrator. "Als de tekenkamer bij het bedrijf waar ik werkte niet was opgeheven, was ik er nog jaren gebleven. Goede boterham en lekker in de luwte tekenen en schilderen. Nu zal ik toch een plek moeten vinden in de maatschappij."
Dutch Courage Graffix is de naam waaronder hij zijn producties gaat uitbrengen. Typisch Ger Peters om schuil te gaan achter een naam met een negatieve klank in Amerika. "Dutch Courage, staat voor laf, voor dronkemansmoed. Het geeft aan hoe ik me voel nu het speelkwartier voorbij is."
Het werk van Ger Peters is te zien op
www.DutchCourageGraffix.com.